Foto: Edwin Hooper / Unsplash
Door Joost Kamer
Nu bioscopen gesloten zijn en de ene na de andere film wordt uitgesteld, ziet het filmlandschap er totaal anders uit. Het zijn barre en bizarre tijden waarin we leven. Toch is dit niet de eerste keer dat een pandemie het totale openbare leven – en daarmee de filmsector – ontwricht. In 1918, toen de wereld in de greep was van de Spaanse griep, deed een vergelijkbare situatie zich voor. Ook toen werden bioscopen hard geraakt. Hoe ging de filmindustrie toen om met de situatie en hoe gebeurt dat nu?
Voordat de Spaanse griep uitbrak, leek niets het succes van Hollywood in de weg te staan: de Eerste Wereldoorlog kwam langzaamaan ten einde en met meer dan 20.000 bioscopen verspreid door het land maakte de industrie een enorme groei door. Men verwachtte zelfs dat de filmindustrie, naast de landbouwsector, mijn- en staalindustrie en transportsector, een van de grootste industrieën van de Verenigde Staten zou worden.
Laconieke houding
Toen de Spaanse griep voet aan de grond kreeg in het oostelijke deel van de Verenigde Staten, reageerden executives van filmstudio’s en bioscoopketens in eerste instantie laconiek. De meeste kantoren bevonden zich aan de westkust van het land en het virus werd vooral gezien als een ‘lokaal’ probleem. Deze houding veranderde echter snel toen duidelijk werd dat de griep zich ook in het westelijke deel van het land in rap tempo verspreidde. Om deze reden zag de National Association of the Motion Picture Industry (NAMPI) zich genoodzaakt om per 14 oktober 1918 het uitbrengen van nieuwe films te verbieden. Drie dagen hiervoor kondigde de burgemeester van Los Angeles echter al een strengere maatregel af: alle bioscopen (83 in totaal) en andere uitgaansgelegenheden in de lokale omgeving moesten tot nader order sluiten.
Verschil in aanpak
Aangezien veel beslissingen op staatsniveau werden gemaakt, ontstonden er al snel verschillen in de maatregelen die door bioscopen werden genomen. Zo sloten bioscopen in Boston al hun deuren op 26 september, terwijl bioscopen in Chicago en de staat Michigan langer openbleven (tot respectievelijk 15 en 20 oktober). Door middel van o.a. posters werden bezoekers geadviseerd hoe te handelen. Die adviezen lijken opvallend veel op de eerste adviezen die gecommuniceerd werden omtrent het coronavirus: ga bij verkoudheid niet naar de bioscoop en verlaat de zaal als u last krijgt van een hoest- of niesbui. Opvallend verschil: in het gebruik van zakdoekjes zag men vroeger nog maar weinig gevaar. Bioscopen in New York en San Francisco hielden het langst hun deuren open, al waren ook zij uiteindelijk genoodzaakt de deuren te sluiten. Volgens William Mann, schrijver van het boek Tinseltown: Murder, Morphine, and Madness at the Dawn of Hollywood, moesten 80% tot 90% van alle bioscopen een periode dicht, variërend van twee tot zes maanden.
Bioscoopeigenaren die in deze periode tegen de regels in hun bioscoop openden werden veelal gearresteerd. Toch waren er ook exploitanten die met succes hun gedwongen sluiting aanvochten. Dit leverde ze echter weinig opbrengsten op; ook toen het virus langzaam van het toneel verdween, bleven nog veel mensen thuis uit angst voor een mogelijke heropleving.
Adolph Zukor en vertical integration
Met de uitbraak van de Spaanse griep realiseerden kleine studio’s zich dat sluiten, al was het maar voor één maand, financieel gezien onmogelijk was. Daarom ondernam Robert Brunton, eigenaar van een groot aantal opnamestudio’s in Hollywood, samen met anderen actie en schreef hij een brief naar een congreslid uit Californië waarin hij opriep tot steun. Hoewel iedereen in de filmindustrie hard geraakt werd door de uitbraak, kregen exploitanten de grootste klap te verwerken. Verreweg de meeste van hen waren klein en onafhankelijk; van grote ketens was in deze tijd nog geen sprake.
Adolph Zukor, oprichter van film- en distributiebedrijf Famous Players Film Company (wat later uit zou groeien tot Paramount Pictures) wist uit de malaise van exploitanten een slaatje te slaan. Zukor was groot voorstander van vertical integration: eigendom van de productie, distributie én vertoning van films door hetzelfde bedrijf. Door veel noodlijdende exploitanten op te kopen, kreeg hij deze controle en slaagde hij erin om een van de grootste en invloedrijkste personen in de filmindustrie te worden.
De productie van films
De uitbraak van de Spaanse griep had niet alleen grote gevolgen voor de vertoning van films, ook het maken van nieuwe films kwam in het geding. Zo kondigde Frank Garbutt, VP van Famous Players-Lasky, op 16 oktober aan dat de drie films die op dat moment al in productie waren snel zouden worden afgemaakt en dat het werk daarna stil zou komen te liggen. Andere studio’s volgden snel, waardoor enige paniek uitbrak. Volgens Benjamin Hampton, producent van stomme films, zagen pessimisten hierin ‘’het begin van het einde’’.
Ondanks de impact van de Spaanse griep op het leven in Los Angeles werd het werk eind oktober alweer deels opgepakt. Uit voorzorg verbood de lokale politie opnames met daarin grote groepen mensen en werd het toeschouwen van filmopnames tijdelijk verboden. Leden van de NAMPI besloten echter op 25 oktober om alle opnames (waar mogelijk) stop te zetten en de circulatie van films te beperken tot serials (een filmvorm bestaande uit losse ‘’afleveringen,’’ elk zo’n 15 tot 20 minuten) en news weeklies (korte documentaires, bestaande uit een mix van actualiteiten). Door de circulatie niet in zijn geheel te verbieden konden bioscopen die nog open waren volgens de Association vertoningen blijven organiseren. Voor gesloten bioscopen had de Association een duidelijk advies: gebruik je tijd om het pand een opknapbeurt te geven, zowel binnen als buiten.
As for the exhibitor who is forced to close, here will be a good time to apply soap and water, fresh paint and ‘slick up a bit’ in order that theatres may be fresh and clean to welcome back the crowds who will surely flock back to the theatres, eager to be entertained”
Slachtoffers van het virus
Geschat wordt dat de Spaanse griep aan 675.000 Amerikanen het leven kostte, waaronder acteur Harold Lockwood en Albert D. Flintom (district manager bij Famous Players-Lasky). Ook Vera Kholodnova, een van de eerste Russische filmsterren, bezweek aan het virus. Actrices Lillian Gish, Dorothy Gish en Mary Pickford, evenals scenarist Frances Marion en producent Walt Disney, raakten allen besmet maar overleefden de uitbraak.
Ook ditmaal bevinden zich onder de slachtoffers van het coronavirus enkele bekende namen uit Hollywood: onder andere acteur en dialectcoach Andrew Jack (Star Wars: Episode VIII – The Last Jedi), Lee Fierro (Jaws) en Jay Benedict (Aliens). Daarnaast hebben vele sterren het virus inmiddels opgelopen, waaronder Tom Hanks, Idris Elba en Olga Kurylenko.
De lange weg naar herstel
Op 2 december 1918 berichtte de L.A. Times dat bioscopen in de lokale omgeving na een sluiting van zeven weken weer zouden openen. Men schatte het verlies gedurende de sluiting op $1 miljoen (omgerekend naar nu $17.1 miljoen) per week. Ook bioscopen in andere steden openden langzaamaan weer hun deuren, met wisselend succes. Het leidde tot nieuwe malaise: eind december stak het virus opnieuw de kop op in een groot aantal Amerikaanse staten, met nieuwe sluitingen tot gevolg. In San Antonio, een van de steden die zwaar werd getroffen door de heropleving van het virus, bleven de bioscopen wel open, zij het met een extra maatregel: in elke zaal was een beveiliger aanwezig, om kuchende mensen direct uit de zaal te verwijderen.
Each person in this audience who has a cough is required by the Board of Health to withdraw at once. Please comply with this immediately and avoid the embarrassment of being requested by the ushers to do so”
Het duurde uiteindelijk nog lang voordat de Spaanse griep haar invloed op Hollywood weer had verloren; de verliezen als gevolg van de uitbraak werden pas enigszins verzacht door grote successen in de jaren ’20.
102 jaar na de Spaanse griep
Met de uitbraak van het coronavirus maakt de filmsector momenteel een vergelijkbare situatie door. Zo zijn de geschatte financiële gevolgen ook ditmaal zeer groot en ontstond er in Nederland gedurende korte tijd een situatie waarbij sommige bioscopen eerder hun deuren sloten dan andere. Ook wat betreft het heropenen van bioscopen valt er een parallel te trekken met de uitbraak in 1918. Bioscopen die tijdens de uitbraak films probeerden te vertonen, bleken vaak weinig succesvol. Ditzelfde gebeurt nu in Zuid-Korea. Daar zijn 560 bioscopen geopend, maar te midden van het coronavirus komen er maar weinig bezoekers. Uit recent onderzoek van Performance Research en EDO naar de verwachte post-pandemic attendance aan onder andere bioscopen blijkt dat het waarschijnlijk nog enige tijd zal duren voordat bezoekers in dezelfde mate terug zullen keren.
Een van de belangrijkste lessen die men kan trekken uit de geschiedenis omtrent de Spaanse griep en de gevolgen daarvan voor de filmindustrie is het belang van tijdig out of the box denken. Zo schreef Benjamin Hampton over de moeilijke tijd die volgde na de uitbraak: ‘’The producers who hesitated lost ground in the struggle that was shaping its lines for the final test of industrial survival, and those who disregarded common business prudence and rushed ahead on a showman’s hunch saved their skins.’’ Het gebrek aan lef betekende voor veel kleine partijen het einde en door de vele overnames die daarop volgden werden grotere spelers steeds groter.
De rol van VOD
Het grootste verschil tussen 1918 en nu zit misschien wel in de vraag naar nieuwe content. Met het sluiten van de bioscopen in 1918 viel deze vraag volledig weg, met als gevolg een stop op het uitbrengen van nieuwe films. In 2020 ligt dit, gezien de toegankelijkheid van video on demand (VOD), deels anders. Bioscopen mogen dan gesloten zijn, middels VOD kunnen nieuwe films alsnog een publiek bereiken. Dat streamingdiensten in sommige gevallen ook daadwerkelijk een uitkomst kunnen bieden, blijkt wel uit het feit dat de theatrical releases van de films The Lovebirds, My Spy (enkel in de VS), Artemis Fowl en Trolls World Tour (in een aantal landen, waaronder de VS, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland) recent zijn geschrapt ten gunste van een release op respectievelijk Netflix, Amazon Prime Video, Disney + en premium VOD. Ook Nederlandse distributeurs hebben inmiddels aanpassingen gedaan in hun kalender: zo zijn de theatrical releases van de horrorfilm The Turning en de actiefilm Escape From Pretoria geschrapt en vervangen door een vervroegde release op VOD. Beide films, die oorspronkelijk vanaf deze maand in de bioscoop te zien zouden zijn, zijn inmiddels beschikbaar via onder andere Pathé Thuis. Tot opluchting van bioscoopexploitanten behouden de meeste films, waaronder Soul, Wonder Woman 1984 en Top Gun: Maverick, hun bioscooprelease en worden ze verplaatst naar een latere datum. Dit geldt ook voor Nederlandse films en de Nederlandse release van Trolls World Tour.
De theatrical window
Dat distributeurs zich genoodzaakt zien om een aantal van hun films vroegtijdig op VOD uitbrengen is – gezien de huidige omstandigheden – voor sommigen wellicht geen opvallende keuze, maar bioscoopeigenaren winnen er niks mee. Volgens John Fithian, hoofd van the National Association of Theatre Owners (NATO), hebben exploitanten er geen moeite mee dat titels die kortgeleden nog in de bioscoop draaiden vervroegd uitkomen op digitale diensten. Daarnaast geeft Fithian aan dat vrijwel alle distributeurs de garantie hebben gegeven dat de huidige situatie geen invloed zal hebben op de bestaande afspraken die ze met exploitanten hebben omtrent de theatrical window. De grote uitzondering is de keuze van Universal Pictures om de film Trolls World Tour in een aantal landen gelijktijdig in zowel de bioscoop als op PVOD uit te brengen (ook wel een day-and-date release genoemd). Een beslissing die John Fithian maar moeilijk kan begrijpen, aangezien verreweg de meeste bioscopen momenteel gesloten zijn. Dit betekent dat de film in de praktijk bijna nergens te zien is. Op VOD is de film in ieder geval een groot succes: volgens insiders had Trolls World Tour het beste openingsweekend voor een digitale release ooit.
Ondanks de garantie van distributeurs dat de theatrical window ook na de coronacrisis gehandhaafd zal blijven, brengt het de discussie wel weer op gang. Volgens Richard Brody, journalist bij The New Yorker, zou het goed kunnen dat in de toekomst meer films worden uitgebracht middels een distributiemodel dat lijkt op die van Netflix: korte, exclusieve bioscoopreleases van een week of een maand die deels overlappen met of gevolgd worden door een directe lancering op een streamingdienst. Door films niet of minder lang in de bioscoop uit te brengen laten studio’s een hoop geld liggen, maar, zo beargumenteert Brody, middels een release op hun eigen streamingdienst behouden zij zelf verreweg de meeste omzet. Media analist Jeff Bock ziet het daarentegen anders: volgens hem moet men de huidige ontwikkelingen meer als ‘uitzonderlijk’ zien dan als de nieuwe norm. Daarnaast blijkt uit recent onderzoek dat een lange theatrical window niet alleen zorgt voor meer opbrengsten uit bioscoopbezoek, maar ook meer opbrengsten uit home entertainment oplevert. Bovendien biedt een bioscooprelease nog altijd een zekere vorm van prestige, aldus Peter Csathy, hoofd van adviesbureau CREATV Media.
Ultimately, everyone wants to maximize revenues. There’s still a prestige factor that comes from a theatrical release. That’s part of the equation”
Enorm aanbod in 2021
De coronacrisis heeft uiteraard ook veel effect op de filmproductie. Zo zijn de opnames voor de film The Nightingale gestaakt en lopen de films Shazam! 2, Uncharted en het vervolg op Call Me by Your Name inmiddels vertraging op. Daarnaast zijn de opnames van de Nederlandse film Zwaar Verliefd! 2 noodgedwongen stilgelegd. Het is de vraag welke effecten dit zal hebben, onder andere op de financiering van nieuwe producties.
Door de coronacrisis zit de filmindustrie momenteel met twee dilemma’s: wat moet er gebeuren met de ophoping van films die nu niet in de bioscoop uitgebracht kunnen worden en wat zijn de gevolgen van de stop op de filmproductie voor de komende jaren? In het ergste geval zullen de ripple effecten nog jaren voelbaar zijn. Aan de andere kant zou de industrie zich, gezien het gigantische aantal films dat inmiddels is verplaatst naar 2021, ook weer snel kunnen herstellen.
Klik hier voor een overzicht van alle geraadpleegde bronnen.