Gevolgen van ICT ontwikkelingen op de consumptie en distributie van films

Gevolgen van ICT ontwikkelingen op de consumptie en distributie van films


Door technologische – en culturele ontwikkelingen is het internet geëvolueerd tot een Web 2.0 en een Sociaal Web. Maar de technologie heeft ook andere dingen gebracht: mobiel internet en een nieuwe generatie draagbare internetapparaten (de pc-tablets en de smartphones). Internetters kunnen nu op een groeiend aantal plaatsen, op een groeiend aantal manieren gebruik maken van de uitgebreide mogelijkheden van het internet. Volgens het CBS heeft inmiddels ruim een derde van de Nederlandse huishoudens via mobiele apparaten toegang tot het web. Dat is aanzienlijk meer dan in 2007 toen dit aandeel krap een vijfde bedroeg. Naast een toename in het gebruik van mobiel internet worden er steeds meer verschillende internetactiviteiten ondernomen, variërend van online bankieren tot en met het online boeken van reizen. Dankzij de vele openbare netwerken in cafés, op scholen, in treinen en dergelijke, worden deze activiteiten in toenemende mate ook buitenshuis ondernomen. In dit artikel bespreek ik kort de mogelijke effecten op de consumptie en distributie van films.

Door Dimitri Lahaut MSc
Meer filmdistributiekanalen
Eén van de belangrijkste veranderingen is dat distributeurs hun
films of content via een verscheidenheid aan platformen (de ‘releasewindows’) aan consumenten kunnen aanbieden. Met bijvoorbeeld een smartphone of een pc-tablet kan heel gemakkelijk verbinding worden gelegd met het internet. Vervolgens kunnen vrij eenvoudig films via streams of downloads op het mobiele apparaat beluisterd en bekeken worden. Een ander voorbeeld van een window voor de distributie van film is Video-on-demand (VoD). Met VoD kunnen consumenten via het internet films, tv programma’s enandere videocontent direct op de computer of via een set-top box aangesloten op de televisie streamen. Na betaling kan de consument dan bijvoorbeeld gedurende 24 uur de film kijken.

Sneller de laatste (bioscoop)films
De perioden voor het uitbrengen van een film via de verschillende releasewindows worden steeds kleiner. Voorheen verscheen een nieuwe bioscoopfilm als eerste in de bioscoop en vervolgens pas na vier maanden in videotheken of in de schappen van (web)winkels. Door het afnemen van de gemiddelde tijd tussen de windows heeft de consument altijd en via verschillende kanalen de beschikking over de nieuwste (bioscoop)films. Nu al zien we de eerste ontwikkelingen richting een ‘day-and-date’ releasewindow waarbij films op hetzelfde moment, en door digitalisering in aantal toegenomen, verschillende distributiekanalen beschikbaar worden gesteld.

Vraag en aanbod sluiten beter op elkaar aan
Chris Anderson, auteur van het boek The Long Tail: Why the Future of Business is Selling Less of More, legt uit dat de tijd van de grote kassuccessen over zijn hoogtepunt heen is. Anderson beschrijft een ontwikkeling waarbij het publiek door digitalisering steeds meer mogelijkheden heeft eigen keuzes te maken. Hierdoor komt er meer aandacht voor producten uit niches. Deze ontwikkeling is voornamelijk ingezet door de eerder beschreven verschuiving van een offline wereld, naar de vele online mogelijkheden. Het publiek is meer geïnformeerd, deelt zijn interesses op een gemakkelijke manier en heeft een onbeperkte keuze aan entertainmentproducten. De combinatie van goede zoekmachines, een hoge penetratie van breedbandverbindingen en de stijgende populariteit van social media zorgt ervoor dat vraag en aanbod beter op elkaar aansluiten. Het introduceert consumenten bij nieuwe en nieuw beschikbare producten en de kennis hierover kan gedeeld worden. Het publiek verspreidt zich hierdoor meer over het aanbod en er vormt zich een economische long tail. Hieruit kan afgeleid worden dat geleidelijk steeds meer mensen door de jaren heen kiezen voor andere films dan de kaskrakers. Het bezoek lijkt zich steeds meer te spreiden over het gehele aanbod, dan zich te concentreren op enkele films. Ik vind de formulering dat ‘kassuccessen over hun hoogtepunt heen zijn’ wel erg sterk geformuleerd, en geloof er ook niet in (hoewel het percentage van de kassuccessen van de totale bioscooprecette wel aan het afnemen is).

Van bezit naar toegang
In dit licht is het ook interessant om vast te stellen dat de nadruk van ‘bezit’ van content in groeiende mate aan het verplaatsen is naar ‘toegang’ tot content. Deze ontwikkeling is al langer gaande met muziek, waar het begon met Napster en nu met Spotify de consument onbeperkt toegang heeft tot muziek. Door de ontwikkeling van mobiel internet en het aanbod van av-content online of via abonnementen, vindt de consument het minder belangrijk om content in bezit te hebben. Toegang tot een bestand of stream is vaak genoeg, en ook het handigste omdat er via verschillende apparaten naar gekeken kan worden. Deze ontwikkeling wordt verder gestimuleerd door de introductie van Connected TV of Smart TV en het zgn. Ultraviolet-initiatief. De meeste televisietoestellen die tegenwoordig op de markt verschijnen kunnen verbinding maken met het internet. De integratie van internet in televisietoestellen is een nieuwe ontwikkeling die Video-on-Demand bevordert.

Cloud
Omdat deze apparaten verbinding maken met het internet, kunnen streams van video of audio over de breedbandverbinding worden aangeleverd (vergelijkbaar met de smartphone of pc-tablet). Hierdoor heeft een consument op ieder gewenst moment ‘thuis voor de buis’ toegang tot content (bv. films, tv-series en video’s). Inmiddels heeft twintig procent van de Nederlandse huishoudens een Connected TV in huis. Onderzoeksinstituut TNO verwacht dat de ontwikkelingen rond Connected TV vergelijkbaar zullen zijn met de ontwikkeling van de smartphones (dus een snelle en volledige penetratie). Vaak is het probleem dat consumenten hun aangeschafte content slechts via één of enkele apparaten kunnen afspelen. Als een consument bijvoorbeeld via Video-on-Demand een film bij een kabelmaatschappij huurt dan is deze alleen via de televisie te bekijken (en niet op de laptop of pctablet). Om dit probleem op te lossen is onder leiding van Sony het UltraViolet-initiatief tot stand gekomen. Dit is een samenwerkingsverband van in totaal zestig elektronicafabrikanten en filmmaatschappijen. Het is een nieuwe dienst waarmee consumenten hun aangeschafte content overal en altijd en bovendien op meerdere apparaten kunnen bekijken. De films worden opgeslagen in een cloud. Door de films te verplaatsen naar de cloud kunnen mensen ze bekijken op meerdere apparaten zonder bestanden te hoeven kopiëren. Content kan op deze manier altijd en overal worden geconsumeerd. Daarnaast wordt bij gekochte fysieke dvd’s een code bijgesloten waarmee de content ook digitaal is af te spelen. Het UltraViolet systeem wordt in 2012 in Nederland geïntroduceerd.

Het bovenstaande in overgenomen uit het rapport ‘Altijd en Overal Leren: Een verkennende studie naar het mediagedrag van de Zapgeneratie’ (Stichting Filmonderzoek 2012, in opdracht van Netwerk Filmeducatie www.filmeducatie.nl)

In het volgende artikel ga ik verder in op het kijken naar films via diverse mobiele apparaten.